Het was een drukke periode voor het schoonste strand van Nederland. In het weekend van 17 november is tussen Renesse en Oostkapelle een aanzienlijke hoeveelheid paraffine aangespoeld. En op 1 december spoelde op het strand van Domburg een 13,5 meter lange potvis aan.
Onder bepaalde omstandigheden is het lozen van paraffine door de scheepvaart toegestaan. Echter niet binnen de 12 mile zone en niet bij grote hoeveelheden. Rijkswaterstaat onderzoekt daarom van welk schip de paraffine afkomstig was. Het opruimen van de paraffine wordt bij een hoeveelheid minder dan vijf kuub uitgevoerd door de desbetreffende kustgemeente. Spoelt er meer aan, dan is Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor het opruimen.
Paraffine is niet schadelijk voor mensen, maar zeedieren hebben wel last van de lozingen. Vogels zien het aan voor voedsel, maar kunnen de vetachtige substantie niet verteren. Ook honden proeven weleens van de paraffine. Het is daarom belangrijk het strand zo snel mogelijk weer schoon te krijgen. De Stichting Strandexploitatie Veere heeft de aangespoelde paraffine met hulp van reïntegratiebedrijf Orionis opgeruimd. Ook gemeente Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland ondernamen actie. Lees hier meer over paraffine (website)
Naast paraffine spoelde er op 1 december wel iets heel bijzonders aan op het strand van Domburg. Een verdwaalde mannelijke potvis van wel 13,5 meter! De Potvis was waarschijnlijk onderweg van de Noordelijke IJszee richting de Azoren om daar te paren, maar heeft de verkeerde afslag genomen en is zo in de relatief ondiepe Noordzee terecht gekomen.
De potvis, die de naam Pieter kreeg, was naast een bezienswaardigheid voor geïnteresseerden, ook een onderzoeksobject voor allerlei instituten. Universiteit Utrecht in samenwerking met Wageningen Marine Research onderzochten de maaginhoud, waarin ze geen grote stukken plastic aangetroffen. Momenteel wordt onderzocht of de potvis wel microplastics heeft binnengekregen. De botten van het dier gaan na ontleding bij een gespecialiseerd kadaverdestructiebedrijf in Harlingen naar het onderzoeksinstituut Naturalis in Leiden. Marien bioloog Inez Flameling hoopt dat het skelet na het onderzoek tentoongesteld kan worden bij de University College Roosevelt in Middelburg.