Het verenkleed van zeevogels wordt erdoor aangetast. Over het strand lopende honden snuffelen aan de vette brokken en nemen er hapjes van. Paraffine hoort niet in de zee en op de stranden. De laatste maanden zijn er betekenisvolle stappen gezet richting een verbod op lozingen.
Aanpak paraffine in Nederland
Op 7 mei is er een goede stap gezet richting een schone Noordzee en een schoon strand. Nieuwe afspraken moeten voorkomen dat schepen vanuit Nederlandse havens waswater met paraffine zoals kaarsvet op zee lozen. Het convenant is ondertekend door Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur & Waterstaat), vervoerders van paraffine (Bolsius en Koole Terminals), havenbedrijf Rotterdam, Rijkswaterstaat, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) en Stichting De Noordzee om paraffine vervuiling aan te pakken.
“Een mooie dag voor de Noordzee vandaag. We laten in Nederland zien dat het kan: concrete stappen zetten naar een schone scheepvaart. Met dit convenant komen we dichterbij een schone Noordzee en schone stranden” aldus Floris van Hest, Directeur Stichting De Noordzee.
Minister Cora van Nieuwenhuizen wil dat schepen die parafine vervoeren naar de havens van Rotterdam en Moerdijk hun vervuilde schoonmaakwater afgeven in deze havens. Zij krijgen hiervoor vanaf nu, onder voorwaarden, een vergoeding. De minister zette vandaag samen met onder meer reders, verladers en de haven van Rotterdam een handtekening onder de afspraken.
Een internationaal signaal, maar geen wetgeving
De aanpak van paraffine op nationaal niveau is belangrijk, maar de grote uitdaging ligt op internationaal niveau want vervuiling kent geen grenzen en transporten van paraffine zijn een internationale aangelegenheid. Nederland geeft met het convenant internationaal een signaal af. Het Verenigd Koninkrijk en Zweden hebben al aangegeven geïnteresseerd te zijn en de Nederlandse aanpak te volgen. Het gaat hier echter om een intentieverklaring met geen enkele juridische afdwingbaarheid. KIMO zet zich sinds 2012 in voor een verbod op paraffine lozingen en zorgde recentelijk met succesvolle lobby tot het aannemen van een gezamenlijk standpunt door alle OSPAR-landen.
Vanaf oktober 2018 definitief verbod?
KIMO schreef een actieplan met als doel het veranderen van de regels op het hoogste niveau: binnen de MARPOL Conventie bij de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Het gezamenlijke rapport van de KIMO landen is ingebracht bij de OSPAR EIHA vergadering in 2017. Ook is deze gepresenteerd bij de IMO Evaluation of Safety and Pollution Hazards (ESPH) working group. Naar aanleiding hiervan zijn amendementen opgesteld om strenger toe te zien op het lozen van paraffine bij het wassen van de scheepsruimen. KIMO heeft vervolgens gelobbyd om deze amendementen op nationaal niveau goed te laten keuren. In april 2018 is het gelukt om een afspraak te maken met het OSPAR EIHA comité dat zij deze amendementen ondersteunen. Dit is een unieke mijlpaal. Het betekent dat alle betrokken 15 landen een gezamenlijk standpunt innemen met betrekking tot paraffine lozingen tijdens de IMO Marine Protection Committee in oktober dit jaar.
Als deze amendementen worden goedgekeurd betekent dit dat paraffine niet langer legaal geloosd mag worden. Het waswater uit de tanks van de schepen moet dan verplicht worden afgegeven in havens. Het lobbyproces lijkt lang, maar door op deze manier te werken en consensus te creëren op alle niveaus behoort vervuiling van de zee en stranden door paraffine na oktober 2018 definitief tot de verleden tijd.